In situ na-isolatie van spouwmuren

Bij in situ na-isolatie van spouwmuren brengt men via voorgeboorde openingen in het gevelmetselwerk of het binnenspouwblad een isolatieproduct in de spouw aan. Dat beperkt de warmteverliezen van een woning via de spouwmuren. Het is een geschikte techniek om de buitenmuren van een bestaande woning energetisch te renoveren.

Om risico’s te beperken moeten installateurs deze techniek toepassen onder de voorwaarden van de STS 71-1, opgesteld door de FOD Economie. Op basis van deze STS heeft BCCA een kwaliteitskader ontwikkeld.

Desondanks moeten installateurs en opdrachtgevers er zich bewust van zijn dat bepaalde nevenverschijnselen kunnen optreden bij de toepassing van een dergelijke na-isolatietechniek.


Wees steeds voorzichtig bij de beoordeling van de geschiktheid van de spouwmuur om te worden nageïsoleerd

Hoewel veel woningen geschikt zijn voor de na-isolatietechniek en onderstaande nevenverschijnselen aantonen dat het isolatiemateriaal zijn werk doet, is dat niet voor alle woningen het geval. Eind 2020 werd BCCA ingelicht over meerdere vochtschadegevallen met ingeblazen minerale wol, waarbij schade veelal waargenomen werd bij gevels die (zuid)westelijk georiënteerd zijn en sterker blootgesteld zijn aan regen en wind. Die vochtschadegevallen zijn opgetreden ondanks het feit dat het isolatiemateriaal werd geproduceerd conform de geldende normering inzake en ondanks dat de installateur de geldende uitvoeringsrichtlijnen heeft gerespecteerd. Het gaat daarbij om een zeer beperkte hoeveelheid schadegevallen t.o.v. het in totaal uitgevoerde aantal na-isolatiewerken.

Er loopt momenteel een onderzoek waaruit is gebleken dat bepaalde isolatiesystemen – naast de algemeen geldende uitvoeringsrichtlijnen – nood hebben aan product-afhankelijke uitvoeringsrichtlijnen teneinde de spouwmuur ook voor deze isolatiesystemen geschikt geacht te kunnen worden voor na-isolatie. Dit onderzoek zal mede in rekening genomen worden in de (door Buildwise, op gelaste van de FOD Economie) geplande herziening van de STS 71-1.

Indien u geconfronteerd wordt met een vochtschadegeval kan u dat hier melden.

Welke nevenverschijnselen kunnen optreden door na-isolatie van spouwmuren?

De ventilatiemogelijkheid via de spouw verdwijnt

  • Dat vormt in principe geen probleem voor ongeschilderd baksteenmetselwerk. De spouwmuur zal langs het buitenspouwblad uitdrogen. Bij een sterkere blootstelling aan regen duurt dat langer.
  • Een dampremmende afwerking van de gevel vergroot echter wel het risico op vochttransport naar de binnenomgeving, omdat de muur moeilijker kan uitdrogen.

Oppervlaktecondensatie en schimmelvorming

  • In bestaande gebouwen, waar geen vochtproblemen vóór de na-isolatie optraden, vormt de aanwezigheid van mogelijke koudebruggen in principe geen risico op oppervlaktecondensatie en schimmelvorming. Bij een nageïsoleerde spouwmuur ligt de gemiddelde temperatuur immers hoger dan bij een ongeïsoleerde spouwmuur.
  • Ter hoogte van een koudebrug blijft er verhoogd warmteverlies. Door extra, aangepaste isolatieoplossingen aan te brengen op die plaats, beperkt men dat warmteverlies.
  • Door het aanbrengen van de isolatie maakt men de woning luchtdichter, waardoor er kans bestaat dat men geen comfortabel binnenklimaat meer kan handhaven. Onvoldoende verwarming en ventilatie kunnen oppervlaktecondensatie en schimmel veroorzaken. We adviseren daarom de installatie van een natuurlijk of mechanisch ventilatiesysteem.

Buitenspouwblad droogt langzamer op

  • In de winter warmt het gevelmetselwerk van binnenuit minder op. Daardoor droogt het buitenspouwblad soms langzamer op. Dat gebeurt vooral op plaatsen waar het metselwerk sterker blootgesteld is aan regen of vocht, zoals aan de muurvoet (omwille van opspattend water). Dat fenomeen is een normaal gevolg van het na-isolatieproces en wijst erop dat het isolatiemateriaal zijn werk doet.

    Indien tijdens de isolatiewerken de toepassingsvoorwaarden van de STS 71-1 gerespecteerd werden, zal dit fenomeen geen bijkomend risico opleveren voor versnelde degradatie van de gevel.

Kleur- en uitzichtsverschillen

  • Door de opvulling van de boorgaten met voegmortel ontstaan geringe kleur- en uitzichtsverschillen De boorgaten springen soms sterker in het oog door differentiële veroudering.

BCCA kwaliteitskader

BCCA ontwikkelde een kwaliteitskader voor de na-isolatie van spouwmuren, waarbij men ter plekke de luchtspouw, met een nominale breedte van minimum 50 mm, vult. Dat kadert binnen de door de FOD Economie gepubliceerde STS 71-1. Installateurs kunnen bij BCCA een ATG-certificaat bekomen waarmee ze aantonen dat ze bekwaam zijn om werken uit te voeren volgens de voorwaarden van de STS 71-1 en die ook toepassen.

Wat betekent het kwaliteitskader in de praktijk?

  1. 01Vóór de werken moet de installateur een grondige voorafgaande inspectie uitvoeren om na te gaan of de spouwmuur geschikt is voor na-isolatie.
  2. 02 Enkel opgeleid en gekwalificeerd personeel mag dat nazicht doorvoeren.
  3. 03 Het personeel moet gebruik maken van een geschikte uitrusting en moet werken volgens de voorschriften.
  4. 04 De installateurs moeten werken met geschikte grondstoffen en systemen die over een Technische Goedkeuring ATG voor deze specifieke toepassing beschikken. De Technische Goedkeuringen ATG staan op de website van de Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (www.butgb-ubatc.be).

Hoe weet u of een installateur gecertifieerd is?

De website van BCCA lijst alle gecertificeerde installateurs op. Elk certificaat is éénduidig verbonden aan het gebruik van een bepaald product of systeem.

Kan u voor na-isolatie een premie bekomen?

In het Vlaams Gewest verleent het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap VEKA premies voor na-isolatiewerken van spouwmuren, als de installateurs kunnen aantonen dat ze de werken uitvoeren conform de richtlijnen van de STS 71-1.

Wat is de rol van BCCA?

Binnen het kwaliteitskader voert BCCA steekproefsgewijze controles uit, opdat de installateurs hun ATG-certificatie kunnen behouden. Dat gebeurt zowel op het kantoor van de installateur als tijdens de uitvoering van de werken ter plaatse. De installateurs moeten daarvoor elk individueel werk registreren in een databank.

Wat houden deze controles in?

De regelmatige, steekproefsgewijze controles verhogen de betrouwbaarheid van de producten en werken die aan bepaalde eisen moeten voldoen zonder daarbij uitspraken te doen over de feitelijke kwaliteit van de individueel uitgevoerde werken noch over de specifiek gebruikte isolatieproductie.

  • BCCA gaat na of de installateur werken uitvoert volgens de geldende voorschriften.
  • BCCA doet regelmatig monsternames op de bouwplaatsen.
alert

De installateur, de eventueel betrokken architect en de opdrachtgever blijven altijd verantwoordelijk voor elk individueel uitgevoerd werk, zoals vastgelegd in de overeenkomst tussen de partijen.

Meer informatie

Hebt u nog vragen over onze activiteiten of de controles in verband met onze kwaliteitskaders?

Bent u actief in de bouwsector en wil u graag toetreden tot het kwaliteitskader na-isolatie van spouwmuren?

Aarzel niet en neem contact op via het contactformulier.

Deze site maakt gebruik van cookies.

Door verder te surfen gaat u akkoord met ons cookiebeleid. We respecteren uw privacy. Lees meer over ons privacybeleid en ons Cookiebeleid.